Op 13 november 1960 vond er in dichte mist een aanvaring plaats ten noorden van Terschelling. Het Turkse vrachtschip s.s. KUTAHAYA werd aangevaren door het Duitse vrachtschip SPREEWALD, een schip van 5094 BRT. Het Turkse schip, het 11 jaar oude en 3112 bruto register ton metende stoomschip KUTAHAYA had als thuishaven Istanboel. Vanwege de mist lag het bijna stil toen het werd geramd door de Duitser die volle kracht doorvoer in de dichte mist en voer de Turk aan in ruim III waarin 700 balen katoen gestouwd lagen. Vanwege de katoenlading ging het zinken van het schip zo langzaam dat de 38 bemanningsleden en de enige passagier ruim de tijd hadden om in twee sloepen over te gaan en naar de SPREEWALD te roeien. Daar werden ze later die dag overgenomen door de Terschellinger reddingboot BRANDARIS die hen naar Terschelling bracht.

Hierna ontstond er een ware jacht naar de ronddrijvende katoenbalen die uit het wrak omhoogkwamen en behalve de sleepboten van Doeksen, het betonningsvaartuig DELFZIJL, werd daaraan ook deelgenomen door vissers uit Harlingen, Wieringen en Zoutkamp.

Duikteam Ecuador van Terschelling maakte in 1978 hun eerste duik op dit wrak dat helaas midden in de scheepvaartroute ligt. Het wrak ligt bijna geheel uitelkaar.

Op de foto zien we het schip nog onder de naam SOLVIKEN, onder welke naam ze aanvankelijk voer voor een Noorse rederij.