Scheepswrak: WILLEM VAN EWYCK

Naam:

WILLEM VAN EWYCK

Bodemdiepte:
10.00 meter
Bouwjaar:
Gezagvoerder:
J.E. TEN KLOOSTER
Nationaliteit:
NEDERLANDS
Positie:
53-22,17N 05-08,07E
Rederij:
KONINKLIJKE MARINE
Scheepsnaam:
WILLEM VAN EWIJCK
Soort schip:
MIJNENVEGER
Thuishaven:
DEN HELDER
Tonnage:
460,00 bruto register ton
Vergaan:

In 1937 werd er in opdracht van de Kon.Marine een serie van 8 moderne mijnenvegers gebouwd. 4 waren bestemd voor Indonesie en 4 voor Nederland. De kanons van 7,5 cm waren afkomstig van de oude pantser- en pantserdekschepen. Van deze schepen van de JAN VAN AMSTEL-klasse gingen er tijdens de tweede wereldoorlog zes verloren. Twee ervan hebben in september en oktober 1939 de eerste zware verliezen aan mensenslevens veroorzaakt tijdens de mobilisatietijd. Gevaarlijk werk met desastreuze gevolgen voor de mijnenvegers WILLEM VAN EWIJCK en JAN VAN GELDER.

In de namiddag van 8 september 1939 waren de mijnenlegger NAUTILUS en de mijnenvegers PIETER FLORISZ, JAN VAN GELDER, ABRAHAM VAN DER HULST en WILLEM VAN EWIJCK bezig met het controleren van de mijnenvelden voor het Boomkensdiep bij Terschelling. Kort na het middaguur werd de VAN EWIJCK door een geactiveerde verspermijn geraakt de kwam de 200 kg springstof tot ontploffing. De gevolgen waren ontzettend. Door de geweldige ontploffing werd het schip als het ware uit het water omhoog getild, brak in twee stukken en verdween in enkele ogenblikken in het 10 meter diepe water, een groot deel van de bemanning met zich meesleurend. 26 mannen vonden de dood in de golven. Van de overige 25 anschappen, die door de explosie te water geslingerd waren, waren er 4 zwaar gewond en stierven kort daarna.

 Drie weken later liep de mijnenveger JAN VAN GELDER in de zelfde buurt op een mijn aan de rand van het mijnenveld. Zes man werden gedood toen het achterschip uiteensloeg. Omdat de waterdichte schotten gesloten waren bleef het voorschip drijven en kon naar Den Helder gesleept worden waar het schip geheel hersteld werd.

Het wrak van de WILLEM VAN EWIJK is tot nu toe nooit gevonden en bevindt zich vermoedelijk onde het zand van de Engelse Hoek ten westen van het Boomkensdiep tussen Terschelling en Vlieland.