De Räumboot R-108 was een ondiep-water mijnenveger die op 16 april 1944 is gezonken na een aanvaring met de R-229. Gebouwd in 1942. Het vaartuig was 38,60 meter lang en 5,82 meter breed. Dit waren zgn composiet gebouwde schepen, lichtmetalen spanten met daarop dubbeldiagonaal aangebracht mahonie. Ze hadden 2 MAN 8-cilinder viertakt dieselmotoren en volgens de boeken van Gröner (deel 2) hadden deze schepen 2 Voight-Scheider schroeven met een diameter van 1,80 meter en 2 roeren. Ze hadden 2 tot 6 cm.flakkanonnen en konden 18 mijnen leggen. De R-108 was gebouwd op de werf van Abeking & Rasmussen in Lemwerden
Omstreeks 1995 voor gevonden door duikteam Ecuador van Terschelling. De R-108 ligt met bakboordskant op de bodem en grote delen van de romp zijn doorgeroest of verdwenen. De restanten van het stuurhuis liggen er naast. Aan de achterzijde is een deel van een ijzeren schroef te herkennen en een schroefas dus dit schip heeft zeker geen Voight-Schneider propeller. De boeg zit bijna geheel onder het zand en is het zwaarst gehavend. In het achterschip werden verschillende stalen en aluminium kisten aangetroffen met stalen munitie. Van de bewapening werd behalve de munitie niets teruggevonden.
Duikteam de Zeester vond pakjes condooms in het wrak en duikteam Ecuador o.a. een bakeliet containertje met lichtkogels. De inmiddels opgeheven Vlielander duikclub nam veel munitie mee van dit wrak (evenals duikteam Ecuador).