Een van de beroemdste reddingen door reddingstation Terschelling vond plaats op 1 maart 1949. Langs de Nederlandse kust woei een zeer zware storm en verschillende schepen raakten in nood. Het Poolse s.s. KATOWICE voer ten noorden van de eilanden en was op weg naar Polen. In Vlissingen had men een kostbare lading ongelooide huiden en looistof ingenomen, afkomstig van het Poolse s.s. KULASKI dat op de Westerschelde een aanvaring had gehad met het Ned. s.s. LISSEKERK en daarbij zwaar beschadigd was geraakt.

Machinekamer in tweeën

Door de noordwester storm verdaagde de KATOWICE op de Noordergronden van Terschelling en brak korte tijd later achter de machinekamer in tweeën. Om tien uur in de morgen gaf de kapitein een noodsein waarop de reddingboot BRANDARIS 2 uitvoer en deze kwam een uur later langszij. Even dreigde het mis te gaan toen het anker van de reddingboot vasthaakte achter de railing van de Pool. Gelukkig brak de ankerketting. Telkens als men langszij het voorschip kwam sprongen er Polen in het vangnet van de reddingboot. Uiteindelijk kwam de reddingboot met vlag in top en 26 geredde Polen in de haven van Teschelling. Schipper Douwe Tot kreeg hiervoor de gouden reddingsmedaille (slechts zelden uitgereikt), zijn zoon Klaas Tot, stuurman Jaap de Beer en opstapper Eelke R. de Beer kregen de zilveren medaille en later kregen ze nog een hoge Poolse onderscheiding.

80.000 Gesmokkelde cigaretten aan boord

Kapitein Ostapowice had de gehele oorlog met het schip gevaren en zelfs de landing op Normandië meegemaakt. De waarde van de lading bedroeg ruim 2 miljoen gulden en er is nog veel van de 27.000 huiden  geborgen door rederij Doeksen. Toen echter sloep no.2 aanspoelde bij Den Helder bleken de watertanks en de luchtkasten vol te zitten met cigaretten en nylonkousen.Ook bleken er 80.000 gesmokkelde cigaretten aan boord geweest te zijn. Diezelfde dag strandde op Schiermonnikoog het Noorse s.s RAPID II en bij Bloemendaal het Zweedse s.s. C.A.BANCK. (beide weer vlotgebracht)

Nog steeds huiden te vinden

Vanaf 1982 is er door duikteam Ecuador veel op dit wrak gedoken omdat het zo ondiep ligt. In de ruimen zijn nog steeds huiden te vinden. Het voorschip stond destijds nog rechtop maar was in 2010 geheel verdwenen. In de machinekamer staat de triple-expansie stoommachine fier rechtop met vlak daar achter de stoomketel. Het achterschip ligt er dwars achter en door de schroefas te volgen komt men bij de schroef en het achterschip. In 2010 heeft Ecuador de condensor en de reserveschroef geborgen. Deze laatste zal naar het juttersmuseum op Texel gaan. (volgens reder Jan Doeksen had het schip ook een gesmokkelde koker uranium aan boord!)

Op Youtube is een leuk filmpje te zien over het bergen van de lading.