Oorspronkelijk was het oorlogschip La Seine een schip van de Franse Marine. Het was in 1777  in Le Havre te water gelaten. In 1798 werd het voor de Franse kust door de Engelse marine veroverd en ging het dienst doen als The Seine. Tot de stranding deed het schip dienst in het Kanaal en op de Noordzee. In juli 1803 zeilde het schip ten noorden van Terschelling om dienst te gaan doen als blokkadeschip voor de rivier de Elbe. Toen commandant David Milne het licht van Terschelling in zicht kreeg gaf hij de loodsen opdracht niet dichter bij land te komen. Zij gaven aan dat er geen gevaar was maar kort daarop liep het schip aan de grond. Door het uitbrengen van ankers probeerde men het schip van de grond te krijgen maar toen dat niet lukte gooide men een deel van de inventaris en enige kanonnen overboord. De volgende morgen was de situatie zo hopeloos dat men het schip in brand stak en overstapte op een te hulp gekomen Engels koopvaardijschip. 190 jaar later kreeg een visser (WON 77) het wrak in de netten en toen de leden van duikteam Ecuador op 23 mei 1993 een kijkje namen ontdekten ze de bodem van een groot wrak bezaaid met gietijzeren kanonnen met daarop het wapen van de Engelse Koning George III. Hieraan kon het wrak geidentificeerd worden als HMS the Seine. Dit schip was bewapend met 38 kanonnen en had een bemanning van ongeveer 200 personen. De loodsen Horsburgh en Waite kwamen voor het Engelse gerecht, verloren al hun rechten op gage en moesten twee jaar doorbrengen in de Marshalsea gevangenis.

Van het wrak rest enkel nog de uitgebrande bodem met daarop een aantal kanonnen. In de loop der tijd zijn enkele kanonnen geborgen en deze staan o.a. bij het Wrakkenmuseum en voor het gebouwtje van duikteam Ecuador op de haven van Terschelling. Ook de ankerstok vond daar een plaatsje. De rest van het anker ligt nog bij het wrak. In 1993 en 1994 werd er veel op de Seine gedoken. Vooral veel ijzeren kanonskogels van verschillend kaliber en veel musketkogels werden geborgen. Verder enorme hoeveelheden gebruikte koperen nagels voorzien van de ‘broad arrow’, het eigendomsteken van de Royal Navy en gebruikt in schrootkogels werden aangetroffen. Bijzondere vondsten waren verschillende lenspompen en zelfs de voorloper van een toiletdoorspoelinrichting. Helaas is het wrak sinds 1995 niet meer bedoken doordat het onder het zand geraakt is.